Hetzelfde geldt voor de ‘typologie-indelingen’. Ook daar
krioelt het van. En al ontstijgen ze vaak de 4 kwadranten, er is altijd een
beperkte set van mogelijkheden om uit te kiezen. Een vragenlijst bepaalt tot
welk type je behoort, of wat je ‘persoonlijk profiel’ is als combinatie van de
verschillende types. Bekende voorbeelden zijn de 9 typen uit het Enneagram, de
Waardenkleuren uit Spiral Dynamics (en daarvan afgeleide varianten als
Management Drives, WaardenManagement etc), de Denkhoeden van de Bono, of de Teamrollen
van Belbin.
Maar stel nu dat ik mezelf, op basis van zelfkennis en
feed-back van anderen, zou omschrijven als een typische ‘Cameraman’. Nooit op
de voorgrond in groepen, maar wel alles goed registrerend. Met het vermogen om
in te zoomen op details, maar ook in staat om in een ‘totaalshot’ het hele
plaatje te overzien. En met oog voor perspectief, voor het effect van verschillende
standpunten en invalshoeken. Klinkt best aannemelijk, toch?
Het probleem is dat een trainer/coach bij het lezen van de
uitslag van mijn ‘Belbin-test’ nooit verbaasd zal uitroepen: ‘Niet te geloven!
Je valt buiten de beschreven rollen en je blijkt een echte Cameraman!’ Dat kan
niet. De Cameraman is als optie niet in het model gestopt en kan er dus ook
nooit uitkomen. Ik zal het altijd moeten doen met een door Belbin voorgekookte
rol als ‘Bedrijfsman’, ‘Waarschuwer’ of ‘Plant(!)’ of, als het model er echt
geen chocola van kan maken, met een vage combinatie daarvan. Maar dan nog zal
dat voor de ware Belbin-believer geen reden zijn om te twijfelen. Conclusie is
dan waarschijnlijk: ‘Interessant, je bent aanspreekbaar op meerdere rollen’.
Leuker dan dit soort ‘Gesloten Modellen’ zijn daarom de ‘Open’
varianten. Ze geven geen beperkte
opsomming van typen of stijlen, maar zijn ‘slechts’ een instrument om je eigen
type te definieren. Ze laten de inhoud over aan jou als gebruiker. Zo word je
bij Kernkwaliteiten vanuit een zelfgekozen Kwaliteit door het model ‘geleid’ naar
je Valkuil (doorgeschoten variant van) of Allergie (negatief tegenovergestelde
van).
Het krachtigste voorbeeld van een ‘open’ model vind ik de ‘Archetypen’
van Senge. Hij beschrijft in zijn boek ‘De 5e Discipline’ een aantal
veel voorkomende patronen in organisaties. In elkaar grijpende oorzaak-gevolg-relaties
die ervoor zorgen dat problemen hardnekkig blijven terugkeren. Die patronen
heeft hij gevisualiseerd en beschreven. Zo laat hij in ‘Afschuiven van de last’
zien dat het doen van logische en voor de hand liggende ingrepen het
(onderliggende) probleem vaak juist versterkt. Het schieten in korte termijn oplossingen
zorgt er immers voor dat de noodzaak om te onderzoeken wat er echt aan de hand is weer even verdwijnt.
Voorbeeld: als manager controleer je, om fouten te voorkomen, alle offertes voordat ze naar de klant gaan. Dat lijkt maar goed ook, want je vindt altijd wel wat! Je scherpe blik zorgt er helaas wel voor dat de hele afdeling erop vertrouwt dat jij alle onvolkomenheden, hoe klein ook, er wel uit zult halen. En dus blijven ze fouten maken...
Hoe succesvoller de korte termijn aanpak, hoe groter de remmende werking op de structurele oplossing. Het veroorzaakt een ‘verslavingscyclus’ van eeuwigdurend brandjes blussen. En helaas wordt de rol van ‘Brandweerman’ ook nog eens hogelijk gewaardeerd in de meeste organisaties. Veel managers, professionals en adviesburo’s ontlenen er met plezier en succes hun status aan...
Voorbeeld: als manager controleer je, om fouten te voorkomen, alle offertes voordat ze naar de klant gaan. Dat lijkt maar goed ook, want je vindt altijd wel wat! Je scherpe blik zorgt er helaas wel voor dat de hele afdeling erop vertrouwt dat jij alle onvolkomenheden, hoe klein ook, er wel uit zult halen. En dus blijven ze fouten maken...
Hoe succesvoller de korte termijn aanpak, hoe groter de remmende werking op de structurele oplossing. Het veroorzaakt een ‘verslavingscyclus’ van eeuwigdurend brandjes blussen. En helaas wordt de rol van ‘Brandweerman’ ook nog eens hogelijk gewaardeerd in de meeste organisaties. Veel managers, professionals en adviesburo’s ontlenen er met plezier en succes hun status aan...
Heb je eenmaal oog voor dit soort patronen dan vallen heel
veel verschillende inhoudelijke vraagstukken opeens op hun plek. En het
visualiseren en boven tafel halen van het patroon is een eerste waardevolle
stap in het vergroten van de kans om het ooit te doorbreken. Arend Ardon
schreef er recent een helder en praktisch boek over.
Systemisch kijken, patronen leren herkennen en terugkerende cirkels
doorbreken. Dat is leren en veranderen van een andere orde. Natuurlijk vormt ‘systemisch
kijken’ in zichzelf ook weer een aparte, beperkte bril. Maar dan wel een soort ‘multifocale’,
waar je (ik) weer een tijdje mee vooruit kunt…
Mooi stuk Martin. Ik verwacht ook dat open modellen aan terrein zullen gaan winnen, omdat de gesloten modellen vooral passen in het Controle paradigma, waar we langzaam van los aan het weken zijn. Al dan niet gedwongen door een crisis.
BeantwoordenVerwijderenAansluitend zou je kunnen verwachten dat we meer van cijfers afstappen en meer gaan sturen op trends. Dus 1 abstractie niveau hoger. Dat kan alleen wanneer we voldoende onderscheidend vermogen (wijsheid) hebben vergaard op het onderliggende niveau.
Groet, Jeroen
Dag Jeroen,
VerwijderenIk deel je verwachting dat de 'open modellen' aan terrein zullen winnen. Aan de andere kant lijkt het er ook op dat organisatie door de crisis vaak in een kramp schieten, met het bijbehorend verlangen naar hapklare oplossingen en 'in-3-stappen-naar-succes-formules'.
Dus inderdaad: niks mis met cijfers en beheersing, maar het aanboren van de 'volgende laag', het dieper graven naar de onderliggende patronen is wat ons werkelijk te doen staat.
Dag Martin,
BeantwoordenVerwijderendank voor je zinvolle bijdgare.
Ik verwijs je tevens naar een van mijn beken over mechanismen en patronen in organisaties: 'Hun zien het verkeerd', zie http://www.managementboek.nl/boek/9789059724105?adpos=1t1&utm_term=hun%20zien%20het%20verkeerd&gclid=CJX6usvxnLcCFcmz3god1UMApQ
Gr Steven de Groot