vrijdag 15 juni 2012

Statusladder van het Schoolplein


Vorig weekend was ik bij een reünie van de middelbare school in Breda. Van nature ben ik niet zo’n reünie-type, maar een voormalig klasgenoot had via mail en LinkedIn ‘ons groepje’ van tevoren al benaderd om allemaal te komen.

We hadden afgesproken bij Het Hek. Wat al bijzonder was, want daar hadden we vroeger niks te zoeken. Die verzamelplek was voorbehouden aan het populaire  deel van de schoolbevolking. Wij bevonden ons destijds in een subcultuur van ‘volleyballende fietsvakantiegangers’ (braaf sportief), met uitstapjes naar de groep ‘NAC-bezoekende anti-elitairen’ (B-side Gymnasiasten). Een bescheiden, maar prima plek halverwege de Statusladder van het Schoolplein: een sociale ordening die meestal in de eerste week van de brugklas al ontstaat en is opgebouwd uit A-tjes, B-tjes en C-tjes. Het werkt als volgt:

De A-tjes vinden elkaar snel. Populair, graag gezien, knap, gewend aan aandacht en met een vanzelfsprekende aanwezigheid. A-tjes bepalen zelf wie er bij de A-tjes horen en vooral wie niet. Uitsluiting werkt immers statusverhogend. Heeft deze ‘kopgroep’ zich gezet, dan is er een hoge toetredingsdrempel. De A-status is een schaars goed.

Aan de andere kant van het spectrum verzamelen zich de C-tjes. De minder bedeelden, de muurbloempjes, de onzichtbare onopvallenden. Niemand ziet ze staan, maar ze herkennen zich moeiteloos in elkaars lot en schikken zich zonder verzet in hun lage status. Beter samen onderaan de ladder dan alleen.

Daartussen bewegen zich de B-tjes. De tussenklasse. Niet goed genoeg voor de top, maar duidelijk wel een treetje hoger dan de onderlaag. Waar ze niet bijhoren is duidelijker dan wat hen onderling bindt. Een divers gezelschap. Met de meeste bewegingsruimte. Je kunt als B-tje met een beetje mazzel prima ‘on speaking terms’ blijven met iedereen, ook met de A-tjes. Als je ze maar met een paar goed getimede complimentjes hun status gunt. En de C-tjes zullen je natuurlijk graag ontvangen. Eindelijk bezoek uit een hogere klasse. Niet te vaak doen anders zuigen ze zich aan je vast en trekken je status naar beneden. Zo kun je als B-tje alle opties open houden en leer je meteen het Spel een beetje doorzien. Groepsdynamica voor beginners.

Dat is de harde wet van het schoolplein. En hij werkt door in ons vak. Vraag deelnemers van een trainingsgroep om zelf sub-/intervisiegroepjes te maken en je zult zien dat zich voor je ogen precies hetzelfde patroon voltrekt. Het interessante van ons vak is dat je er dan wel direct op kunt reflecteren, dat je met elkaar kunt onderzoeken wat er gebeurt en waarom. Niet zelden levert het heftige herkenningsreacties op van deelnemers die teruggaan naar… inderdaad: het Schoolplein.

Bij het betreden van ons eigen schoolplein viel me op hoe gemakkelijk we zelf weer terugschoten in ons scholierengedrag. En in de onderlinge sociale verhoudingen met de rest. Zo waren we opeens een lid van ons clubje kwijt. Bleek even ‘geclaimd’ door een A-tje en ‘mocht’ daarna weer terug naar ons groepje. Aan de andere kant hadden we een C-tje iets te enthousiast begroet en vroegen we ons even later (schaamtevol) af hoe we nu weer van hem af konden komen.

De harde realiteit van het schoolplein laat zich niet ontkennen of oplossen met mooie voornemens of valse beloftes. AleidTruijens schreef er ook al eens over in haar column. En de Statusladder kom je na je schooltijd met enige regelmaat weer tegen. Weten hoe het werkt geeft je wel de mogelijkheid om in een andere context het Spel slimmer te spelen en waar mogelijk te beïnvloeden in je eigen of andermans voordeel.

Oog hebben voor het patroon neemt de spanning niet weg, maar maakt het wel hanteerbaarder. Trainen gaat in essentie over het ontwikkelen van dat soort vermogens. Ik vermoed dat veel trainers een B-tjes achtergrond hebben…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten