‘Alles wat we met elkaar delen en uitwisselen, blijft tussen
deze 4 muren’. Een typisch trainers-zinnetje dat talloze malen uitgesproken zal
zijn aan het begin van een training met een nieuwe groep. Bij het bureau waar
ik het vak heb geleerd, was het zelfs ‘verplichte flap-tekst’, samen met nog
een aantal andere spelregels over omgangsvormen binnen de bijzondere setting
van een trainingsgroep. Gericht op het respecteren van de vertrouwelijkheid die
gepaard gaat met het werken aan persoonlijke thema’s waarin je zelf en waarin
anderen ook hun kwetsbaarheid tonen en ‘buiten hun comfort-zone’ treden.
Iedereen die zo’n training heeft meegemaakt herkent het gevoel dat het vaak
maar goed is dat er geen camera’s bij zijn, waardoor je collega’s familie of
vrienden zouden kunnen meegenieten van wat zich afspeelt binnen die 4 muren. De
effectiviteit van de setting zit hem nu juist in het ‘vrij kunnen
experimenteren met ander gedrag en het ervaren van de consequenties daarvan’,
zonder dat de boze buitenwereld meekijkt. Het is precies ook die vertrouwelijke
sfeer van openheid én geborgenheid waar veel deelnemers naar terugverlangen als
ze weer op hun werkplek zijn en die het vaak ook lastig maakt om inzichten en
voornemens daadwerkelijk toe te passen in de harde praktijk.
Zelf heb ik mijn belevenissen als deelnemer aan een
persoonlijk-ontwikkelingsprogramma een keer helemaal uitgeschreven. Als extra
reflectie op wat ik er had meegemaakt. Voor mijzelf zeer verhelderend en ik
stuurde het daarom niet zonder trots naar de trainer die de meeste modules had
begeleid. ‘Die vindt het vast ook leuk om ‘zijn’ training eens door de ogen van
een deelnemer terug te lezen’ dacht ik nog nietsvermoedend. Ik kreeg hem per
omgaande woedend aan de telefoon. Hoe ik het in mijn hoofd haalde om wat zich
daar had afgespeeld ‘potentieel openbaar’ te maken, zonder dat daar de
uitdrukkelijke toestemming van hem en van de overige deelnemers voor was
gegeven. Alleen al met de mogelijkheid dat ‘buitenstaanders’ de tekst ooit
onder ogen zouden kunnen krijgen had ik de privacy-code van de training
geschonden. Achteraf gezien best een terecht verwijt vind ik, maar kennelijk
liep ik al vooruit op de tijdgeest…
Hans Schnitzler (cultuurfilosoof en nieuwe veelbelovende
columnist bij de Volkskrant) stelt dat ons privacybewustzijn langzaam uitdooft
(Vk 8 feb). ‘Het uitventen van persoonlijke levenssferen-bemiddeld door oude en
nieuwe media- heeft natuurlijk invloed op de perceptie van privacy. Het dreigt
een leeg begrip te worden’. Hij koppelt dat aan ons eeuwenoude verlangen om
gezien en gehoord te worden in de ‘stille hoop langer mee te gaan dan de
Voorzienigheid in petto heeft’. Er lijkt geen grens meer te zitten aan wat we
openbaar maken over onszelf en onbewust hopen we misschien zelfs dat iedereen
er getuige van is. ‘Het privacybewustzijn legt het af tegen de wil om te worden
herinnerd’.
Als miljoenen er geen enkele moeite mee hebben om
persoonlijke belevenissen en gedachten met de hele wereld te delen, hoe
krampachtig moeten we in onze branche dan nog omgaan met die vertrouwelijkheid?
Kun je als deelnemer twitteren over een oefening uit een training en daarbij de
naam van de trainer of een mede-deelnemer noemen? Of een foto of filmpje
daarvan uploaden naar Facebook? Kun je als trainer een Blog schrijven over je
vak en daarin de naam of een omschrijving van een deelnemer geven?
En ook al zouden we daarover nog codes willen afspreken, het
idee dat een training zich altijd ‘binnen 4 muren’ afspeelt is natuurlijk ook
volledig uit de tijd. ‘Blended learning’ is alweer een ouderwetse term aan het
worden en het gebruik van ‘social media’ gaat echt niet aan de poorten van ons
vak voorbij. Moet alles wat deelnemers elkaar voor, tijdens en na een training
sturen via het net of via een al dan niet closed-user Group gegarandeerd
‘privacy-proof’ zijn? Een onmogelijke en achterhaalde opgave, zo lijkt het.
Of hebben we met ons vak misschien toch, geheel tegen de
stroom in, een tegengeluid te bieden? En is een training een zeldzame plek, een
unieke setting waarin we ons juist wel even helemaal kunnen terugtrekken uit de
hectiek, de hijgerigheid en de online-deelbare openbaarheid van het dagelijks
leven? Dan is de ‘binnen 4 muren flap-tekst’ verre van ouderwets en juist
cruciaal. Niet om het vanzelfsprekend gevoelde privacybewustzijn van deelnemers
te benadrukken, maar om het ‘vanzelfsprekend uitdoven ervan’ buiten de deur te
houden.
Maar of je er nu op hamert of dat je het volledig aan de
eigen interpretatie van de deelnemers overlaat: het thema privacy hoort op de
agenda bij de start van elke training. Om misverstanden te voorkomen en
helderheid te geven over wat je als trainer ziet als jouw eigen
verantwoordelijkheid.
Waar ligt jouw grens? Bepaal jij de grens voor je
deelnemers? Hoe ga je om met verschillen in opvatting over privacy tussen de
deelnemers? Moeten afspraken daarover unaniem onderschreven worden? Je zou
er een mooie tweedaagse met collega’s aan kunnen wijden. Een goed gesprek over
je persoonlijke invulling van professionaliteit en verantwoordelijkheid op dit
punt.
Een uitwisseling in alle openheid, maar wel binnen 4 muren
natuurlijk. Er een Blog over schrijven kan vervolgens altijd nog …..
Een Wagendorpje, Martin!
BeantwoordenVerwijderen