donderdag 8 maart 2012

‘Authenticiteit is nep’


Dat was de titel van een interview met filosoof Maarten Doorman in de Volkskrant. Hij schreef een mooi compact boekje over de invloed van Rousseau (1712-1778) op onze hang naar Echtheid, Puurheid en Oorspronkelijkheid. Een boodschap van eeuwen geleden die meer dan ooit tevoren nagalmt in onze huidige tijd.
Vooral in het bekende ‘Emile ou de l’éducation’, beschrijft Rousseau de ideale opvoeding waarin het authentieke kind zolang mogelijk wordt beschermd tegen de kwalijke invloed van de maatschappij en zoveel mogelijk zelfstandig de wereld ontdekt. Daarbij zichzelf op een natuurlijke manier ontwikkelend.

Dat idee van een te koesteren oorspronkelijkheid en van zelfontdekkend leren is 1 op 1 terug te vinden in veel moderne onderwijsvarianten, maar zeker ook in ons vak. Met als trefwoord ‘Authentiek Leiderschap’ google je moeiteloos een flinke boekenplank managementliteratuur bij elkaar. Als het gaat om leiderschap hechten we, meer dan aan inhoud, aan de geloofwaardigheid van de boodschap. Charisma, natuurlijke overtuigingskracht: mensen die Echt zijn (of ‘Echt-Echt’ zou Paulien Cornelisse zeggen) hebben meer impact.
Doorman betoogt dat die nadruk op authenticiteit slechts het tegendeel in de hand werkt. De norm ‘Wees Authentiek’ is in zichzelf immers paradoxaal. De opdracht vervullen is hem tevens ontkennen. Wat overblijft is een voortschrijdende trend om authentiek over te komen, om oorspronkelijkheid uit te stralen, om uniciteit te spelen. Een medium als Facebook versterkt die behoefte om jezelf te uiten als unieke persoonlijkheid. ‘En het is hard werken, want wat lijken al die unieke uitingen van bijzondere ikken op elkaar’. Ook in de politiek wordt achter de schermen door mediatrainers en spindoctors keihard gewerkt aan politici die ‘naturel en authentiek overkomen’. Doorman: ‘de mateloze behoefte aan authenticiteit produceert een wereld van kunstmatigheid, vol berekenend vertoon van eerlijkheid, spontaniteit en natuurlijk gedrag dat het vertrouwen in de politiek alleen maar verder ondergraaft’.

Geen vrolijke boodschap. Stoppen dus maar met alle leiderschapstrainingen op dat gebied? We willen toch niet op ons geweten hebben dat we het tegendeel veroorzaken van waar we naar op zoek waren?
Maar de conclusie van Doorman is uiteindelijk hoopvol. In plaats van het enkel cynisch afserveren van authenticiteit als onmogelijkheid, zoekt hij naar een alternatief voor de Rousseau-variant ervan. Hij komt uit bij Charles Taylor, die in plaats van het individu juist de verbinding met anderen centraal stelt.
‘Je leeft niet authentiek door alleen op iets diep in jezelf terug te vallen, maar juist door je te verhouden tot anderen en de tradities waaruit je voortkomt. Die maken het mogelijk dat je de beperking van het ik overstijgt en authentiek kunt leven’. Doorman voegt daar nog een pleidooi voor het streven naar ‘kwaliteit’ in brede zin aan toe.

Dat lijkt me mutatis mutandis een mooie opdracht voor de moderne leider. Gedragen door de wordingsgeschiedenis van de organisatie en in verbinding met alle betrokkenen boven je eigen ego uitstijgen, ten dienste van een hogere kwaliteit van het geheel.
Lijkt me ook geen slecht advies aan de gemiddelde trainer trouwens. Komt het misschien toch nog goed met onze branche…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten