donderdag 26 april 2012

We zijn ons verhaal

Voor ons vak maakt het nogal verschil hoe je tegen het ‘verschijnsel mens’ aankijkt. In een eerdere Blog: ‘Filosofie van het Trainen’ kwam ik in een snelle ordeningspoging al tot 6 behoorlijk uiteenlopende invalshoeken. Allemaal met hun eigen aanhangers, goeroe’s, modellen en boeken, maar vooral met hun eigen instrumentarium.
Is er eentje van waar en de rest niet? Dat lijkt me sterk. Of in elk geval lijkt het te vroeg voor een dergelijk stellig oordeel. Zijn ze allemaal een beetje waar? Ook dat is niet erg waarschijnlijk. Daarvoor zijn de verschillen weer te groot.


Als laatste en favoriete variant noemde ik onszelf een Verhaal. Rik Smits schreef een heel leesbaar boek (Dageraad: Hoe taal de mens maakte) over de cruciale rol die de ontwikkeling van Taal speelde in de geschiedenis van de mens. Taal gaf de mens een ‘binnenwereld’. Een oneindig intern universum van gedachten. Door Taal konden we met onszelf in gesprek. Eigenlijk zijn we in zijn ogen niets anders dan ‘naar binnen geslagen Taal’. We zijn een verhaal dat we over onszelf geconstrueerd hebben.

Onze hersenen lijken dat sowieso voortdurend te doen: verklaringen, verhalen maken bij onze gedragingen. Niet vooraf, maar achteraf. Als een soort ‘commentaar bij de wedstrijd’. Kort gezegd: we denken niet: ik ben bang, dus ik moet gaan rennen. Maar: mijn benen zijn aan het rennen, dus kennelijk ben ik bang. De lichamelijke ervaring gaat aan de ‘bedachte’ ervaring vooraf.

Over een langere periode zou eveneens kunnen gelden dat we ons Grote Verhaal, ons zelfbeeld, onze identiteit, construeren aan de hand van wat we onszelf allemaal hebben zien doen, hebben horen zeggen etc. We ordenen dat wat ons overkomt en dat waarover we zelf hebben besloten tot een eigen subjectief Verhaal. Achterom kijkend kunnen we constateren dat we ‘kennelijk iemand zijn die …. vindt, doet, voelt, teweeg brengt, over zichzelf afroept’ etc. En vanuit die wetenschap kunnen we plannen maken over wat we volgens onszelf niet meer of juist wel moeten gaan doen, vinden, voelen, proberen etc..

Terugkijkend zullen we soms een duidelijke rode draad vinden in ons Verhaal, maar daarnaast ook rare tegenstellingen, inconsistenties, elkaar tegensprekende verlangens, oordelen en ambities. We zijn, zover is duidelijk, een vat vol tegenstellingen, waaruit moeilijk te voorspellen is hoe we ons gaan gedragen in nieuwe omstandigheden.
Bovendien missen er soms belangrijke delen en doen we vaak verwoede onderzoekspogingen naar ons eigen verleden om er alsnog een compleet, samenhangend Verhaal van te maken. Programma’s als Spoorloos draaien erop. Mensen die op zoek gaan naar ‘de ontbrekende puzzelstukjes over zichzelf’ en dan ook nog vaak tot hele andere reconstructies komen dan ze vooraf vermoed hadden.
Andersom kunnen gebeurtenissen in het heden je dwingen om het beeld dat je had gemaakt van jezelf bij te stellen. ‘Ik begrijp nu pas waarom ik vroeger altijd zo… deed’. 

We zijn het verhaal dat we over onszelf aan onszelf vertellen.

Je identiteit is in mijn ogen niet iets dat je hebt meegekregen en dat onveranderlijk bij je blijft zolang je leeft. Teveel nadruk op onze gedetermineerdheid heeft als risico dat het onze verantwoordelijkheid ondergraaft.
Maar het is ook niet iets dat je geheel zelf vorm kunt geven. Daarin zit een valse belofte opgesloten die tot grote frustratie en tot veel onnodig verdriet kan leiden.
Het is veel meer een constructie waaraan we ons leven lang blijven knutselen. Die zich actief vormt onder onze handen, maar zonder dat we er ‘de baas’ over zijn.
Filosoof Peter Bieri (beter bekend onder zijn schrijversnaam Pascal Mercier) schrijft erover in zijn boek ‘Handwerk van de Vrijheid, over de ontdekking van de eigen wil’: ‘De toe-eigening van de wil wordt niet in gang gezet door een zelf dat er van tevoren al is. Integendeel, het zelf is iets wat zich pas door de toe-eigening ontwikkelt’.

Je Zelf, je Identiteit als proces. Als resultante van wat jij in jouw context meemaakt en in beweging zet. Als doorlopend product van onderzoek. Als telkens veranderende uitkomst van reflectie op reflectie.
Je eigen Verhaal construeren, vertellen, opschrijven, lezen, onderzoeken, vergelijken en delen met anderen, herschrijven, omkeren, teruglezen, bijwerken zonder dat het ooit af komt.

Mensen helpen en aanmoedigen bij dat proces. Voor mij gaat ons vak daarover.

donderdag 19 april 2012

Trainings-Acteur

Dit weekend stond ik voor het eerst op de planken. Als acteur. Na lang aarzelen en na veel aandringen van vrienden en bekenden ben ik lid geworden van Intra Mintra, een toneelvereniging in Utrecht, waar een goede vriend en oud-collega al jaren speelt.
Ik viel met mijn neus in de boter, want het eerste stuk dat gepland stond zou gaan over Teambuilding. Via improvisatie-repetities wilde de regisseur komen tot een ‘montage-voorstelling’ over de wondere wereld van de ‘bedrijfstrainingen’.
Bingo, we konden dus ook nog eens input leveren voor het script. En daarmee doen wat ik het allerleukst vind: met een kritische knipoog reflecteren op ons Vak.

Het is een heerlijke voorstelling geworden, opgevoerd voor een zaal vol met vrienden, die allemaal wel eens een training hebben gevolgd en (oud-)collega’s, die allemaal wel eens een training hebben gegeven.
Beide groepen vonden de scenes heel herkenbaar. Waarbij de ‘trainers’ meestal opmerkten dat we het natuurlijk wel schromelijk overdreven hadden, terwijl de ‘deelnemers’ enthousiast uitriepen: ‘Zo gaat het Echt!’.

Natuurlijk is het vrij eenvoudig om het hele trainersvak belachelijk te maken. Beetje jargon, beetje uitvergroten: veel meer is er niet voor nodig. Dus om te voorkomen dat het een eenzijdig beeld zou oproepen, zat er als tegenwicht een mooie serieuze scene in, die rechtstreeks uit de praktijk kwam: hoe ga je als trainer om met een deelnemer die niet uit vrije wil is gekomen, maar ‘gestuurd’ is door de baas? Tot onze verbazing leverde de start van die scene ook de nodige lachsalvo’s op. Kennelijk was alleen al de context van het theater genoeg om ook een ‘normale’ trainingssituatie te transformeren tot een hilarisch tafereel. De scheidslijn tussen vakman en charlatan is waarschijnlijk dunner dan we zelf in de gaten hebben.

Als trainer ben je behoorlijk vrij in het scheppen van je eigen compacte universum. Een training is, juist vanwege de aard van het vak een ‘besloten’ aangelegenheid. Het onttrekt zich meestal aan de waarneming van buitenaf. Dan ontstaat ook het risico dat er te weinig gezonde relativering op losgelaten wordt.

‘Ik heb enorm gelachen, maar ben ook wel aan het denken gezet over mijn eigen trainers-praktijk’ zei een collega na afloop. Da’s mooi. Daar was het mij ook een beetje om te doen.
Het toneel als transparant podium voor een vak dat gebaat is bij wat  meer openbare reflectie.

‘Eigen zijn jullie een stelletje nestbevuilers’ zei een andere collega. Da’s ook waar. Maar zelfs dat beschouwde ik als een compliment. Want om je Vak op een prettige manier te kijk te zetten, moet je er wel degelijk echt van houden.

En uiteindelijk is trainen natuurlijk ook een soort acteren, alleen dan met het zaallicht aan….

maandag 9 april 2012

Filosofie van het Trainen


April: maand van de Filosofie. We kunnen er niet om heen. De kranten en bladen staan bol van de artikelen over de Ziel, de vrije wil, de relatie tussen lichaam en geest etc. Filosofie is nog nooit zo populair geweest.
Maar hoe zit dat nu precies in onze branche? Ligt er filosofisch gedachtegoed ten grondslag aan het Trainersvak? En zo ja, wat dan? Waar is al dat trainen eigenlijk precies op gericht? Wat voor mensbeeld schuilt erachter? En welke aannames over ons leer- en ontwikkelvermogen worden daarbij gedaan?
Als ik om mij heen kijk zie ik minimaal zes verschillende varianten, die kort door de bocht neerkomen op de volgende statements (met enkele instrumenten als voorbeeld):

1. Iedereen beschikt over een diepliggende Kern, een Essentie of Ziel. Een soort zuivere, onbeschadigde versie van zichzelf. Een belangrijke doelstelling van trainen is om mensen weer in verbinding te brengen met die Kern. Om vanuit die authenticiteit het werkelijk aanwezige potentieel aan te boren en te benutten.
Zelfreflectie, Persoonlijke Ont-wikkeling.

2. We zijn ons brein. Daardoor zijn we in hoge mate gedetermineerd. Trainen draait om het ‘hercoderen’ van ons gedrag en/of onze emoties via ons brein, maar stuit daarbij ook op de fysiologische beperkingen die we met ons meedragen.
RET, NLP en recenter: PMA en Brein Management

3. In de eerste levensjaren ontwikkelt elk mens zich tot een bepaald ‘type’. Vroege ervaringen (met name traumatische) zetten een zwaar stempel op ons karakter. Een geaardheid die we de rest van ons leven met ons meedragen. Trainen is erop gericht om zicht te krijgen op de kenmerken, de neigingen, de valkuilen, de  mogelijkheden en onmogelijkheden van elk type.
Karakterstructuren, MBTI, Insights.

4. Elk mens is een ‘Black Box’, gestuurd door prikkels van buiten en reacties daarop (stimulus – respons). Middels gericht trainen en door middel van slim gekozen ‘straf en beloning’ is elk gedrag bij iedereen aan te leren.
Oefenen, oefenen, oefenen

5. Elk mens is boven alles onderdeel van sociale systemen. Wij worden gevormd door de interactie met de mensen om ons heen. Een belangrijk deel van ons sociale gedrag ligt verankerd in de evolutie (primaten-gedrag). En weerstand bieden als individu aan de druk die groepsprocessen met zich meebrengen blijkt bijzonder lastig. Trainen is erop gericht om deze processen inzichtelijk te maken en waar mogelijk te beïnvloeden.
Systemisch werken, groepsdynamica, omgaan met sexe-en cultuurverschillen.

6. Het Veld van sociale interactie is zelf ‘actor’ en beïnvloedt ons gedrag. Trainen gaat over het ruimte geven aan dit zich ontvouwende of ‘wetende’ Veld, over het wegnemen van ruis en verstoringen daarin en over het ‘luisteren’ naar wat het ons te zeggen heeft.
Familie- en organisatie-opstellingen. U-theory.

Zoals gezegd: kort door de bocht. En zonder direct waarde-oordeel. Het zijn allemaal min of meer verdedigbare opties, maar het scheelt een slok op een borrel of je vanuit de ene of de andere benadering werkt als trainer.
De kenners van de Modellenbingo zien door de opsomming heen natuurlijk meteen de volgende drie Assen schemeren:
  • Individu – Collectief
  • Kern (binnen) – Omgeving (Buiten)
  • Potentieel – Beperking
Een 3-dimensionele matrix waarin de gangbare trainingsmethodieken met een beetje fantasie goed te ‘plotten’ zijn. Altijd handig. En een mooi bruggetje naar een laatste (mijn favoriete) optie.

7. Mensen (en zeker hun hersenen) zijn altijd bezig met het ordenen van ervaringen. Met het begrijpelijk houden van hun eigen handelen. Met het schrijven en herschrijven van hun eigen geschiedenis. Een proces dat vraagt om voortdurende bijstelling Wij zijn het verhaal dat we over onszelf aan onszelf vertellen.
Vertellen en Luisteren. Schrijven en Lezen. (B.v. het schitterende boek ‘Alsof het voorbij is’ van Julian Barnes).

Ons eigen menselijke verhaal een beetje overzichtelijk maken. Voor onszelf en voor anderen. En dat proces steeds kritisch herhalen. Lijkt me een mooie doelstelling voor ons Trainersvak.

Filosofie gaat in de Kern over niets anders…

zondag 1 april 2012

Markt-Politiek?


De fascinerende vierdelige documentaire ‘Century of the Self’, waar ik eerder naar verwees, eindigt waarmee ze begint: met de fundamentele omslag van Burger naar Consument en de verregaande consequenties daarvan. Uiteindelijk is de vraag waarmee onze democratie het meest gediend is:

  • Partijen die voortdurend hun oor te luister leggen bij de kiezer en hun verkiezingsprogramma volledig afstemmen op diens wensen en verlangens.
  • Partijen die een eigen samenhangend beeld van de samenleving formuleren en vanuit die visie hun kiezers proberen te overtuigen.
In de eerste variant behandelt de politiek de kiezer als Consument en levert ze ‘slechts’ waar de ‘kiezersmarkt’ om vraagt. In de tweede variant spreekt de politiek de kiezer aan als Burger, als medeverantwoordelijke voor de inrichting van onze collectieve voorzieningen.

Adam Curtis ziet de Politiek steeds verder opschuiven naar het Consumenten-perspectief en laat de cynische conclusie dan ook zijn dat in dat geval de Politiek, de inrichting van de samenleving, beter kan worden overgelaten aan het bedrijfsleven. Dat is immers van oudsher veel beter in het bedienen van klanten en het onderzoeken van hun wensen.  
Nu ligt de balans tussen het belang van de individuele klant, het belang van een bedrijf en het collectieve, maatschappelijke belang natuurlijk genuanceerder. Er zijn immers bedrijven die heel klantgericht, zeer duurzame produkten leveren. Maar aan de andere kant leert de crisis ons ook dat iets vanzelfsprekends als ‘klantbelang’ geheel uit het oog kan worden verloren. Grofweg zijn de volgende varianten denkbaar:

  • Bedrijven die precies leveren wat klanten willen hebben, zonder zich zorgen te maken over de consequenties voor de maatschappij (b.v. goedkope kleding uit kinderarbeid, brandstof slurpende SUV’s).
  • Bedrijven die slechts leveren wat goed is voor het eigen bedrijf, en dat ‘vermommen’ als iets dat ze (tegen hun belang in) aan klanten kunnen verkopen (b.v. woekerpolissen, bewust ondoorzichtige telecom-abonnementen)
  • Bedrijven die leveren wat klanten willen hebben én wat duurzaam goed is voor de maatschappij als geheel (b.v. zonnepanelen, eerlijke chocola).

Bij die laatste variant lijkt iedereen winnaar en die ‘markt’ zou daarom met wat stimulerende maatregelen zo groot mogelijk gemaakt kunnen worden. Een markt waaraan je vervolgens de inrichting van onze samenleving gerust kunt overlaten. Ze is immers goed voor klanten, bedrijven en maatschappij. Of niet?

Waar het om draait is de situatie waarin er een ‘onschuldige’ vraag is van klanten, maar waarin het voldoen aan die vraag op termijn slecht is voor het collectief. Bijvoorbeeld het verstrekken van aflossingsvrije hypotheken, waarbij de individuele klant maximaal profiteert van belastingvoordeel, maar waarbij collectief een enorme schuld wordt opgebouwd. De situatie waarin je dus eigenlijk ‘nee’ zou moeten verkopen vanuit het argument dat als iedereen zou krijgen wat jij als klant vraagt, we uiteindelijk met z’n allen slechter af zijn.

Dat betekent dus niet leveren wat wel gevraagd wordt. Of vrijwillig afzien van een behoefte die je hebt als klant. Dat kun je van een bedrijf niet verwachten. En van een klant die zich altijd koning waant ook niet. Daar is wat anders voor nodig. Iets dat tegen de haren van de markt in durft te gaan en impopulaire maatregelen voor bedrijven en hun klanten probeert te voorzien van een collectief draagvlak. Dat vraagt om echte politiek, voor echte Burgers.

Echte politiek. Echte visie. Echte keuzes. Wie levert dat nog tegenwoordig? Misschien lukt het als we er wat vaker om gaan vragen…