Eruit halen wat erin zit. Werkelijk worden wie je bent. Alles wat nodig is om succesvol te worden, draag je in potentie al met je mee. Je hoeft er slechts voor te kiezen om die kracht tot volle wasdom te laten komen. Dat vraagt moed en doorzettingsvermogen, maar uiteindelijk ligt er voor iedereen een glanzende toekomst te wachten. Iedereen heeft unieke kwaliteiten die verzilverd kunnen worden.
Succes is een keuze.
Tot zover de belangrijkste opdracht van onze westerse samenleving. Uitgesproken of on-uitgesproken is die dominant aanwezig als onderstroom, als ‘mantra’ voor de moderne mens. Het gaat nu even niet om de vraag of daarmee een bepaalde politieke stroming vertegenwoordigd wordt. Wat mij fascineert is de subtiele, paradoxale ondertoon die erin huist. De ongerijmde relatie tussen de kracht van de boodschap en de onmogelijkheid ervan.
Want succes heeft nu eenmaal een achterkant. Als iedereen succesvol is, hoe weet je dan nog dat het succesvol is ;-). Succes is gebaat bij falen. De oproep om succesvol te worden behoudt alleen haar kracht als ze voor het overgrote deel níet wordt ingelost. Hoe meer losers er zijn in het collectief, hoe groter de aantrekkingskracht van succes voor het individu.
In de topsport is dat helder. Er is maar 1 gouden medaille. Die schaarste is de beste motivator voor alle ambitieuze sporters. ‘Iedereen olympisch kampioen’ is daarom als collectieve belofte eenvoudig te ontmaskeren. Iedereen succesvol is dat al veel minder.
Het geniepige zit hem in die achterkant. Want wat als je ondanks alle mogelijkheden, alle kansen die zich elke dag aan je voordoen, alle talenten die je met je meedraagt, als je ondanks dat géén succes hebt?
Dan is er natuurlijk maar één conclusie: Eigen schuld. Loser.
In de VPRO-documentaires ‘Alles wat we wilden’ en ‘BV Ik’ wordt de ‘succes-cultuur’ van de nieuwe generatie en de achterkant daarvan mooi in beeld gebracht. Bijzonder is dat de nieuwe generatie niemand anders dan zichzelf de schuld geeft als het misgaat. Er is immers niemand die je tegenhoudt om kansen te benutten. Dus als je écht had gewild, dan had je maar…. enz.
Het kan nog merkwaardiger. Een combinatie van ongebreideld geloof in maakbaarheid van succes en ‘cognitieve dissonantie’. Jongeren lijken zich nauwelijks zorgen te maken over de crisis en de consequenties daarvan. Tenminste; niet voor hun eigen persoonlijke situatie. ‘Blije verliezers’ noemt Pieter Hilhorst de generatie van twintigers recent in zijn column in de Volkskrant.Ze vormen de ultieme vertegenwoordigers van het geloof in de maakbaarheid van individueel succes. En mocht het tegenzitten, dan verlaag je gewoon de waarde die je hechtte aan succes!
‘Hier stond een generatie die onrecht en onzekerheid als een gegeven beschouwt. Ze zien slagen en falen als een individuele zaak. En als je verliest kun je maar beter voorspoed afzweren, zodat je een blije verliezer bent.’
En zo is de cirkel helemaal rond. Succes is een keuze en bij pech kies je er zelf voor om succes minder belangrijk te vinden.
Nog nooit zo blij geweest dat ik geen twintig meer ben ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten